De Oude Garde
De Koninklijke Harmonie De Oude Garde - Les Vrais Amis Constants werd in 1787 opgericht en is een vaste waarde in de omkadering van Aalst Carnaval.
a) Ontstaan.
De Oude Garde op Aalst-Kermis in 1928. Op de foto: zittend v.l.n.r.: Emiel De Veylder, Adhémar De Wolf, Constant Boon. Boven: Dominick Marcel, Modest De Schrijver, x, De Saedeleer en Clement Van der Vorst. (Bron: Stadsbeelden uit het Verleden - Joeri Van Den Steen. Foto: verzameling Albert De Wolf)
Les Vrais Amis Constants werd opgericht in 1787. De harmonie had het moeilijk tijdens de Franse Omwenteling in 1789, maar bleef uiteindelijk bestaan. Op 17 mei 1810 verwelkomde het muziekkorps keizer Napoleon en keizerin Marie-Louise aan de Aalsterse stadspoorten. In 1815 konden enkele leden van de harmonie een paar dagen na de veldslag te Waterloo, er de commandostok van de hoofdtrommelaar van de Keizerlijke Garde bemachtigen. Sindsdien werd de harmonie ook De Oude Garde genoemd en liep tamboer-majoor, Joost De Paepe, bij elke optocht rond met de gevonden stok. Deze stok werd lange tijd bewaard in het archief van de Oude Garde. In 2015 werd hij aan het Stedelijk Museum geschonken.
De harmonie verbond zich aan de burgerwacht en de liberale partij. Hun lokaal was La Boîte de Carton bij Hippoliet Rogghé in de Zonnestraat en verhuisde later naar Au Comte d'Egmont op de Grote Markt.
In 1821 scheurden enkele leden, die meer katholiek geïnspireerd waren, zich af. onder leiding van notaris Cornelis Evits richtten zij de harmonie Al Groeiend Bloeiend of de Jonge Garde op. In 1837 werd de Oude Garde een fanfare en in 1912 kreeg zij de Koninklijke titel.
In 1889 gaf de Oude Garde opdracht aan de familie Rogghé om een Ros Beiaard te maken. Het Ros begeleidde de Oude Garde tot de jaren 1900.
Eerste groep: De Rogghékes.
De Rogghékes verwijst naar de familie Rogghé, die met de vastenavondfeesten in de 19e eeuw als 'De Rogghékes' naar buiten kwamen.
De Rogghékes - 1900 (Bron: Waar is de tijd - 1000 jaar Aalst - Foto: archief J.Ghysens)
De Rogghékens hadden hun eigen muziek en kwamen daarmee naar buiten met carnaval. Tijdens de stoet bezorgden zij, met eigen familieleden, het publiek steeds veel plezier. Het ene jaar was de groep verkleed als huppelpaardjes, het andere jaar waren ze een groep 'riepers' (=hoepelaars). Als riepers hadden zij hun eigen lied:
En we riepen dat we zweten, iedereen op zijn manier. En we riepen toch zo geren, gelijk de vialosperen. En de riep op de kant. En de stok al in de hand. Riepen dat is plezant.
De Rogghékes groeide later uit tot De Vereenigde Bulten, die beschouwd worden als de eerste officiële Aalsterse carnavalsgroep.
b) De reuzen.
In 1956 kocht toenmalig voorzitter Edmond Steleman een reuzenpaar aan: Reus Philippus en Reuzin (cantinière) Madelon. De reuzen liepen tot 1976 mee in de stoet, waarna ze verloren raakten.
c) Activiteiten.
Van 1948 tot 1984 organiseerde De Oude Garde steeds een bal, waarop steeds een défilé plaatsvond van verkleedden en een koning van het bal gekozen werd.
Voil Janet.
De Oude Garde en re-enactmentgroep is vooral gekend van zijn optochten na de carnavalraadszitting op carnavalszaterdag en de begeleiding van de Voil Janettenstoet op carnavalsdinsdag.
De Voil Janet is een man die zich verkleed als vrouw. Deze figuur ontstond aan het einde van de 19e eeuw en is vandaag uitgegroeid tot een populair symbool van het Aalsterse carnaval. Op carnavalsdinsdag hebben de Voil Jeannetten hun eigen stoet.
Oorsprong.
De benaming 'voil Janet' dook in Aalst voor het eerst op in 1886; de pers gaf de vele slordig geklede figuren de naam 'schandalen' of 'voil janetten'. De Voil Jannet uit het einde van de 19e eeuw was echter niet dezelfde figuur zoals we ze vandaag kennen. Zij was tevens geen typisch Aalsterse figuur, want ook in andere steden, zoals Antwerpen en Gent, dook deze figuur meer en meer op. De Voil Jannet was oorspronkelijk iemand die geen geld had om een masker of kostuum te kopen, waardoor deze zich moest verkleden met wat men thuis liggen had. Mannen verkleedden zich hierdoor in vrouwen en vrouwen in mannen. Door de slechte economische toestand was deze figuur populair aan het einde van de 19e eeuw. De figuur was te herkennen aan zijn masker, dat bestond uit een stuk gordijn met drie gaten in.
Het waren wel meestal de mannen die de oude versleten kleren van hun vrouw aantrokken om zich te verkleden. De naam Voil Janet is hier dan ook van afkomstig; een man die vrouwenkleren aantrok werd van 'Janet' verweten (een verkapte bespotting van homoseksuelen) en 'Voil' verwijst naar de kledij en de taal van deze figuren. In Aalst is deze figuur blijven bestaan, terwijl ze in andere steden verdween; hierdoor is de Voil Janet één van de symbolen van het Aalsters carnaval.
Voil Janettenstoet.
Op carnavalsdinsdag, vroeger ook Slonzendag genoemd, houden de Voil Jeanetten hun eigen optocht doorheen de straten van Aalst. De stoet vertrekt traditioneel vanaf de Grote Markt in het gezelschap van de Oude Garde.
Attributen.
In 1923 omschreef Celis de Voil Janet als volgt: 'Mannen in vrouwen gekleed of vrouwen in mannen. Hun kleding bestond uit een katoenen slaapmuts, ofwel een oude hoed of muts op het hoofd; een versleten of omgekeerde frak of vest; een gescheurde jak en rok om het lijf. In de hand droegen ze een stuk waaraan een vogelmuit met haring in, ofwel een skelet van een regenscherm hing. De vrouw of in vrouw verkleedde man, droeg een bussel stro of een pak lappen bij wijze van een kind".
In het Gele Boekje van de Draeckenieren werd in 1997 een opsomming gemaakt van de attributen van de (propere) Voil Janet. Volgens de Draeckenieren mochten de volgende attributen zeker niet ontbreken bij een Voil Janet:
•de pispot, gevuld met een mengeling van bier, peperkoek en confetti, om het volk af te schrikken;
•de valies, voor het meesleuren van al zijn gerief;
•de velle frak (pelsen jas)
•de corsei (het korset), gedragen rond de buik en lenden;
•de hoed
•de botinnen;
•de voegelmooit (de vogelkooi);
•de sakosj (de handtas), die door de Voil Jannet als draagbare mini-vuilbak gebruikt wordt;
•de minne (de pelskraag)
•het rolflotjen (rolfluitje)
•de verzozje (het masker);
•de gordoijn (de gordijn), meestal over de hoed geslagen;
•den droeigen heirink (de droge haring);
•de soetjien-gorge (de bh);
•de zoij kaas (de zijden kous);
•de stinkende kees (stinkkaas), om het volk af te schrikken en op te eten;
•den paraplie (de paraplu);
•de kinjerkoesj (kinderwagen).
DOGA.
In 2005 werd de groep omgedoopt tot Koninklijke Harmonie De Oude Garde, of kortweg K.H. DOGA. De Harmonie zou voortaan de klemtoon leggen op re-enactment, of het naspelen van de geschiedenis ten tijde van Napoleon.
Binnen de Koninklijke Harmonie ‘De Oude Garde Aalst’ werd in 2008 het broederschap Dirk Doga opgericht. De muziekmaatschappij bood aan alle verenigingen de kans om een beeldje van Dirk Martens aan te kleden met hun eigen uniform. Het aangeklede beeldje werd dan een jaar tentoongesteld in het museumcafé Graaf van Egmont. Nadien werd het bijgezet in de verzameling van het verenigingslokaal. Het opnemen van het beeldje gaat telkens gepaard met een ceremonie. Het broederschap wil zorg dragen voor het voortbestaan van geschiedkundige en socio-culturele waarden van enerzijds de beroemde Aalsterse personaliteit Dirk Martens en anderzijds de harmonie Oude Garde. Op het boek dat Dirk Martens in zijn hand draagt, staan de letters KH DOGA. KH DOGA wil hiermee duidelijk stellen dat het standbeeld van Dirk Martens staat op de plaats waar Napoleon destijds de vrijheidsboom van Aalst liet optrekken. De roots van de harmonie liggen in deze periode (1787 – 1810). In 1915 brachten enkele leden een bezoek aan het slagveld van Waterloo. Tussen de overblijfselen vonden ze het vermaarde commandodoek van de hoofdtrommelaar van de keizerlijke garde van Napoleon.
Jaarlijks kiest de harmonie hun cantinière, die het korps van drank moet voorzien.
Cantinière – Oorsprong.
Antoinette De Deken kwam in 1951 op carnavalsdinsdag met het idee om een cantinière in te voeren bij De Oude Garde. Op het volgende jaarlijkse bal was zij als cantinière verkleed, waarop beslist werd om De Oude Garde jaarlijks te laten begeleiden door een cantinière. De cantinières stammen vanuit de tijd van Napoleon. Deze vrouw, die vaak de vrouw was van een officier, vergezelden de legereenheden om de soldaten tijdens de pauzes te voorzien van eten en drinken.
In 1952 werd Antoinette De Deken dan officieel thuis afgehaald door de harmonie, waarna ze de groep verder begeleidde tot aan hun lokaal. Op carnavalsdinsdag 1952 ontving Antoinette van voorzitter Edmond Steleman een biertonnetje met als opschrift 'Oude Garde Cantinière 1951-1952'. Sindsdien werd op het jaarlijkse bal van de Oude Garde steeds een nieuwe cantinière gekozen. Om een hevige verkiezingsstrijd te voorkomen, koos de harmonie steeds op voorhand al hun cantinière. Hierbij werd vaak de voorkeur gegeven aan een echtgenote of vriendin van een lid van de harmonie.
Het eerste cantinière-kostuum werd gemaakt door Antoinette De Deken. Voor het kostuum had zij zich geïnspireerd op een reclamebord van stokerij 'Dumont de Chassart' aan het Burgemeesterplein. Het kostuum bestond uit een lang kleed met gele boorden, licht blauwe revers en rode epauletten, rode manchetten en een soldateske muts, met de letters O.G. als kenteken.
In 2012 werd de eerste mannelijke cantinier gekozen, in plaats van een cantinière. De eer ging naar Jan Verhaeghe.
Overzicht cantinières van de Oude Garde.
1951 | Antoinette De Deken |
1952 | Irène De Ketelbutter |
1953 | Jeanne Van Mieghem |
1954 | Malvine De Cock |
1955 | Raymonde Clotman |
1956 | Anny Van den Eede |
1957 | Julia De Bruecker |
1958 | Nicole Schellinck |
1959 | Emilienne Brulin |
1960 | Suzanne Muylaert |
1961 | Maria Philips |
1962 | Ghislaine Cornand |
1963 | Monique Kuys |
1964 | Irène Saeys |
1965 | Agnes De Boeck |
1966 | Esther Philips |
1967 | Nancy Hoffman |
1968 | Ginette Van den Broeck |
1969 | Elga De Ridder |
1970 | Jeanine De Ridder |
1971 | Lousa Seghers |
1972 | Jeanine De Moyer |
1973 | Anita van Holder |
1974 | Lea Becqué |
1975 | Sonia Van der Vecken |
1976 | Marie-Hélène Barrez |
1977 | Monique De Wolf |
1978 | Juliette Verhulst |
1979 | Berthe Simays |
1980 | Annie De Maght |
1981 | Elza Aelbrecht |
1982 | Mary-Rose Van Pottelbergh |
1983 | Lieve Van Impe |
1984 | Jeanine De Cubber |
1985 | Monique De Pierre |
1986 | Maria De Smet |
1987 | Suzanne Van den Broeck |
1989 | Hedwige De Smet |
1991 | Erna Van de Keer |
1992 | Annie De Sneyder |
1993 | Martine Vidts |
1994 | Martine Vinck |
1995 | Sandy Nieulandt |
1996 | Katie D’Hondt |
1997 | Leona Van Driessche |
1998 | Odette Scheerlinck |
1999 | Muriel Wertbrouck |
2000 | Myriam Kiekens |
2001 | Els Gheleijns |
2002 | Kelly Van Gijseghem |
2003 | Jeanne Priem |
2004 | Maureen Coppens |
2005 | Veronik Bombeeck |
2006 | Jasmien Cleemput |
2007 | Annick Vastenavondt |
2008 | Marleen Maesschalck |
2009 | Daisy Claeys |
2010 | Gita Bonarens |
2011 | Chantal Tuybens |
2012 | Jan Verhaeghe |
2013 | Fabienne Cleemput |
2014 | Rita Muylaert |
2015 | Bernice Knockaert |
2016 | Marc Vlassenroot |
2017 | Nancy Vermoesen |
2018 | |
2019 | Door de |
2020 | corona uitbarsting |
2021 | geen verkiezingen |
2022 | |
Kostuum.
In de loop der jaren kreeg het kostuum een meer Napoleonse stijl aangemeten en bestond het kostuum vooral uit de kleuren rood-wit-blauw.
Jubileum 230 jaar Doga.
In 2017 werd de Oude Garde op het festival Kattepeper tijdens de Aalsterse Topdag gehuldigd voor hun 230ste verjaardag. Na de afscheuring van de cantinières had de harmonie het moeilijk, maar onder het voorzitterschap van Marc Van Damme begon de groep aan een remonte.
Kattepeper omarmt jarige harmonie DOGA Aalst.
Stadsfestival Kattepeper, i.s.m. Koninklijke Harmonie DOGA
Kattepeper omarmt jarige harmonie DOGA Aalst. Rock en klassiek tijdens Aalsterse Topdag
AALST De Koninklijke Harmonie DOGA bestaat 230 jaar en viert dat tijdens de Aalsterse Topdag op zaterdag 6 mei met een wandelconcert door het stadscentrum en een concert tijdens het rockfestival Kattepeper op het Werfplein. De harmonie showt er ook de nieuwe kostuums uit de tijd van Napoleon. De Koninklijke Harmonie ‘Les Vrais Amis Constants’ is beter gekend als K.H. DOGA (De Oude Garde Aalst) en werd gesticht in 1787. De harmonie en de re-enactmentgroep uit de tijd van Napoleon zijn dankzij de huidige voorzitter Marc Van Damme en zijn echtgenote Lutgarde Wauters aan een remonte bezig. “Speciaal voor dit jubileum lieten we nieuwe uniformen maken”, vertelt Marc Van Damme. “Naast de re-enactmentgroep bestaat DOGA ook nog uit Thebaanse trompetters en een streetband. Ook deze groepen hebben aangepaste kledij gekregen. In 2016 was DOGA voor het eerst te gast tijdens de historische feesten in het Franse Vannes. De vereniging werd er uitgeroepen tot de beste buitenlandse groep.”
Aalst 69, organisator van het muziekfestival Kattepeper, geeft die dag zijn medewerking aan het jubileum van deze monumentale Aalsterse vereniging. Kattepeper fungeert als gast voor de huldiging van de Koninklijke Harmonie DOGA. Om 12.45u start op het Werfplein een optocht met DOGA in historische uniformen naar de Grote Markt. Na de optocht wordt DOGA door de burgemeester Christoph D’Haese gehuldigd. Tussen 13.30u tot 14.30u concerteert de harmonie op het podium op het Werfplein.
KATTEPEPER.
Daarnaast is er op het Werfplein ook een podium voor regionale muziekbands. “We starten de pret om 15u met het Latijns-Amerikaans getinte Tres Guitarras”, zegt A69-voorzitter Ivo Van Cleemput. Tijdens de namiddag en avond treden nog vier andere groepen op: 1 Hit Wonder (16.15u), Arith Metical (17.30u), PerMaleur (19u) en VVYNN (21u). “Het zijn leuke coverbands, behalve de laatste”, gaat Van Cleemput verder. “VVYNN gaat het dit jaar helemaal maken.
Eigen muziek en songteksten bekoorden de jury van Humo’s Rock Rally. VVYNN behaalde vorig jaar ei zo na de halve finale. Dit jaar gaat de groep voor het eerst op veroveringstocht door Europa. Maar eerst passeren ze met nieuwe songs in primeur op Kattepeper.”
AALST 69 en DOGA samen op Kattepeperfestival.
De perstekst.
De Koninklijke Harmonie “Les Vrais Amis Constants” meer vertrouwelijk en beter gekend als K.H. DOGA (De Oude Garde Aalst) werd gesticht in 1787 en viert dit jaar haar 230 jarig jubileum.
Zoals elke vereniging kenden wij door de jaren heen enkele hoogte- en dieptepunten. Enkele jaren geleden leek K.H. DOGA, net zoals zovele muziekmaatschappijen in Aalst, ten dode opgeschreven, maar onder impuls van enkele muzikanten werd besloten om terug de geschiedenis in te duiken en verder te gaan als re-enactmentgroep uit de tijd van Napoleon.
Les Vrais Amis Constants brachten immers in 1815, enkele dagen na de slag te Waterloo een bezoek aan het slagveld. Tussen de overblijfselen van de veldslag vonden zij de vermaarde commandostok van de hoofdtrommelaar der Keizerlijke Garde van Napoleon en brachten deze als trofee mee naar Aalst. Deze commandostok werd eerst fier meegedragen, maar is sedert enkele jaren, samen met andere pronkstukken van onze vereniging, te bezichtigen in het museum van Aalst.
Een andere verbondenheid met Napoleon dateert uit de tijd dat de Keizer onze stad bezocht. Les Vrais amis Constants trad al spelend de Keizer en zijn gevolg tegemoet voor de poorten van de stad. Dit gebaar leverde hen de gunsten van de Napoleonisten op en als de laatste der Aalsterse Napoleonisten overlijd wordt bij nalatenschap hun vlag eigendom van K.H. DOGA.
De re-enactment werd opgericht met tamboers, pijpfluiters, soldaten en cantinières en droeg als uniform de blauwe kiel met rode bolletjessjaal en het ‘bootmutsje’.
Ondertussen zijn wij uitgegroeid tot een prachtige groep van meer dan 50 actieve leden. De pijpfluiters zijn verdwenen, maar de Keizerlijke Garde bestaat nu uit muzikanten die allerlei instrumenten bespelen.
Onder impuls van onze huidige voorzitter Marc Van Damme en zijn echtgenote Lutgarde Wauters die het vele opzoekingswerk voor haar rekening neemt, is de volledige groep momenteel uitgerust met kostuums uit de tijd van Napoleon. K.H. DOGA is dan ook bijzonder fier dat we deze nieuwe uniformen tijdens ons jubileumjaar mogen voorstellen.
Onze vereniging bestaat inmiddels behalve de re-enactmentgroep ook nog uit Thebaanse trompetters (middeleeuwen) en een streetband. Ook deze groepen hebben aangepaste kledij gekregen.
In 1822 sloot de nieuwjaarswens van de vereniging af met ‘Nooit zal uwe maatschappij vergaan’ en deze leuze gebruiken wij nog altijd bij de aanstelling van onze cantinier/cantinière (traditie sinds 1951). Onze kandidaat-cantinière en onze cantinière voor het leven sluiten hun eed, samen met alle aanwezigen af met “samen roepen wij: komaan onze maatschappij zal nooit vergaan”. Dit is ook de wens van het bestuur en de leden die zich blijven inzetten voor het welzijn van onze vereniging en naast de wekelijkse repetities, ook tijdens het jaar verschillende uitstappen in Aalst en ver daarbuiten maken. In 2016 waren wij voor het eerst te gast tijdens de ‘historische feesten’ in Vannes (Frankrijk) en uitgeroepen tot de beste buitenlandse groep.
Muzikanten, tamboers, soldaten die zich willen aansluiten bij onze vereniging kunnen voor verdere inlichtingen altijd contact opnemen met ons secretariaat (secretaris@doga.be) of de voorzitter (bestuur@doga.be).
K.H. DOGA blijft haar originele naam ‘Les Vrais Amis Constants’ hoog in het vaandel houden. Deze naam betekent immers ‘une grande constance de l’amitié’ en de kracht van de vriendschap wil K.H. DOGA de komende jaren blijven uitstralen.
Opgemaakt door het secretariaat op 11/01/2018.
K.H. DOGA vzw
Zetel: Kleine Dries 8, 9450 Haaltert
Ondernemingsnummer: 0686.899.956
RPR Dendermonde
CONTACT INFO
WIL U GRAAG EEN BOEKING DOEN VAN ONZE VERENIGING?
Boekingen kan u steeds doen via het contactformulier.
Deze vindt u bovenaan de pagina terug, of rechtstreeks via e-mail op boeking@khdoga.be